Marie en ik waren rustig op de terugweg van Kind&Gezin naar huis. Ik was wat aan het meeneuriën met de muziek en aan het bedenken wat ik vandaag nog allemaal zou uitsteken thuis. Marie was aan het brabbelen.
Tot de rust heel plots verstoord werd. Ik weet nog steeds niet wat er precies gebeurde en in welke volgorde. Wat ik me vooral herinner was dat ik opeens een harde klap of slag voelde ter hoogte van mijn borstkas en dat de auto plots stilstond. Gepaard gaande met een geluid: een geklop, een krak. Het allereerste wat door mijn hoofd ging was: oh my god er is iets door mijn ruit gevlogen en tegen mijn borstkas geknald. Ik voelde geen pijn, alleen een klap, maar ik was ervan overtuigd dat de pijn meteen ging volgen, dat er vanalles gebroken was, dat ik niet meer ging kunnen ademen, dat ik ging ineenstorten. Heel erg akelig om overtuigd te zijn van zulke onheilspellende gedachten, ik zeg het u.
Ik ben uitgestapt, trillend, bevend en met knikkende knieën. Vlakbij was een dakwerker (ofzo) bezig en ik weet nog dat ik – achteraf gezien – heel onnozel, heel radeloos en heel wanhopig vroeg: “Kunde mij helpen aub?”. Huh? Helpen met wat?
Ik begon uit te leggen dat ik een klap had gevoeld en dat ik niet wist wat er gebeurd was en terwijl ik aan het praten was drong het tot me door dat wat ik zei helemaal op niets sloeg en dat die arme man absoluut niet wist hoe hij moest reageren. Begrijpelijk natuurlijk. De mens zal niet geweten hebben hoe te reageren op een overdreven flippend madammeke die begint te raaskallen. Toch vind ik wel, achteraf gezien, dat die kerel wel wat meer zijn best kon doen om mij gerust te stellen. Hij stond er bij en keek er een beetje naar. Geen greintje empathie of een simpele “Gaat het, mevrouw? ’t Zal wel niets ergs zijn hoor”. Hij wist me wel te vertellen dat er iets uit mijn auto gevallen was: een verroeste metalen gebogen staaf.
Wat het was, dat wist hij niet. Waarom de auto plots stilstond, wist hij ook niet. Op de vraag of ik het zou durven riskeren om de auto opnieuw op te starten, keek hij me met verbazend lege ogen aan, trok hij zijn schouders eens op en mompelde iets onverstaanbaars. For God’s Sake, you’re a man! Die weten toch alles van auto’s af!? Toch? Nee? In mijn wereld- en mensbeeld alleszins wel. Tsss. Weer een illusie armer.
En wie bel je op zo’n moment dan? Compleet radeloos en geëmotioneerd? Juist ja, la mama. Zij en Luc gingen mij en Marie meteen komen redden, oef! Ondertussen was Marie moe, had ze het warm en had ze vooral honger.
En dus, dus was gisterenavond uiteindelijk niet de laatste keer, maar heeft Marie haar laatste voeding in een bloedhete auto gekregen…
(Mental note voor mezelf: maak dat je binnenkort altijd, al-tijd poedermelk en water bijhebt verdorie!)
Mama en Luc hebben ons thuis afgezet, volgens Luc was het een stuk metaal van de vering rechts vooran dat afbrak, tussen het wiel kwam waardoor alles blokkeerde en de auto nogal heel erg bruusk tot stilstand kwam. De auto is ondertussen al bij de garagist…
Oh, en die klap die ik voelde was dus ‘enkel’ het werk van de gordel. Amai mijn voeten, was het dat maar? *bloos* Ik kon echt gezworen hebben dat er iets tegen mijn borstkas vloog…
Reacties