Ons oudste begint nogal een “air” te krijgen. Als we haar iets vragen om te doen, om het even wat, doet ze dat zelden zonder dat ze eerst commentaar geeft of tegenspreekt. Het is echt een gewoonte aan het worden.
Maar vooral de manier waarop ze “neen” zegt is soms hilarisch.
Als we bijvoorbeeld zeggen dat we gaan eten en haar vragen of ze aan tafel wil komen zitten, horen en zien we dit:
“Pfff maar mamaaa, ik word daaj wel moe van eh! Ik moet eest nog een beetje justen in de zetel ooj!”(*) Terwijl ze er echt bij blaast en zucht, geïrriteerd en met veel geste met haar hand door haar haar wrijft, met haar ogen rolt en een heel pijnlijk en vermoeid gezicht trekt. Én ostentatief in de zetel gaat liggen (als er een zetel in de buurt is).
En dit doet ze bij bijna elk verzoek. Of als ze 50 meter moet stappen. Of als ze in de autostoel moet kruipen. Of als we haar vriendelijk vragen om haar elleboog van tafel te halen. Of als we om een nachtkusje bedelen.
Een beetje teveel naar Kabouter Lui gekeken zeker?
(*) De “r” is nog steeds een beetje moeilijk voor ons Nora (of “(N)oja” zoals ze zichzelf noemt).
Reacties