Na twee misselijk-loze zwangerschappen, durft ne mens er al eens van uitgaan dat hij ze bij een derde zwangerschap ook wel gespaard zal blijven van misselijkheid.
Niet dus.
Al vanaf de 5de week voel ik me vaak mottig, onpasselijk en misselijk. Nog niet zo erg dat ik moet overgeven gelukkig. Maar ’t is toch soms niet te geloven hoe ellendig en bescheten een mens zich kan voelen. Nul energie, nul fut, nul goesting in niks. En als je dan een ganse dag gewoon in de zetel kan liggen, gedrenkt in zelfmedelijden, zou het misschien nog meevallen. Maar als je in plaats van dat, twee niet altijd gewillige meisjes ’s morgens in sneltempo moet klaarmaken, laten eten aan een tempo trager dan een slak, ervoor zorgen dat de oudste niet te laat is op school (tegenwoordig komt ze toe net als de bel gaat), de kleinste entertainen, eten maken als je geen eten kan zién, ruiken, voelen, zelf mee-eten omdat het zo pedagogisch hoort, jezelf gelukkig prijzen dat de jongste nog steeds een dutje doet van 2 uur, maar niet altijd verstandig genoeg zijn om dan ook zelf wat te slapen, dan Nora halen die na een schooldag moe is ergo superlastig. En man, wat is ze de laatste weken extreemsupervreselijk lastig (…). Ze wat laten spelen/ruzie maken/elkaars haren uittrekken, boterhammetje eten en elke keer afvragen hoeveel bekers melk er vandaag tegen de grond gaan vliegen, hoeveel huilbuien en van wie we gaan krijgen. En ondertussen nog steeds geen eten kunnen zien. En dan moet het lastigste vaak nog beginnen: pyama aankrijgen, al dan niet voorafgegaan door een bad en verhaaltje lezen en bed in. En dan het zalige moment van de twee slaapkamerdeuren te kunnen dichtdoen en in de zetel ploffen. En jezelf de seconde nadien afvragen: oh mijn god, binnen 3 maanden 6 maanden (dank u, alerte lezers, om mij op deze fout te wijzen! Ook al ben ik nu reeds extreem nieuwsgierig naar ons derde patat, bevallen binnen 3 maanden zie ik inderdaad hoegenaamd niet zitten) zitten we met nóg een patatje opgezadeld! Om vervolgens een paniekaanval te onderdrukken.
Echt, een werkdag is soms ontspannender en minder vermoeiend dan een thuisblijfdag. Hoewel ik het niet anders zou willen hoor. I – hartje – halftijds werken.
Maar we blijven positief. Ik ben al blij dat ik niet constant naar de WC-pot moet hollen en ’t is gelukkig ook niet elke dag dat ik last heb. De eerste twee weken wel zo goed als elke dag. Nadien soms wel, soms niet. Dan één of twee weken zo goed als misselijkvrij geweest. Ne mens begint dan al opgelucht te juichen natuurlijk. Maar sinds dit weekend is het weer vollenbak mottigheid. Ik ben morgen 12 weken, de magische 12 weken waarop alles beter gaat en de misselijkheid en vermoeidheid gaan smelten als sneeuw voor de zon en ik ga barsten van energie en levenslust. Ik reken erop eh, lijf van mij! ’t Is alsof dat lijf me op een (niet zo) vriendelijke maar kordate manier wil vragen of het toch wel de laatste keer is dat ik een parasietje in mijn lichaam laat groeien… Of ’t is Kamiel die nu al laat zien wat voor een pestkop hij/zij nu reeds is.
We hebben het er allemaal voor over natuurlijk. De ene moment al wat meer dan de andere moment. En het is ergens ook een geruststelling, want als ik me een dag niet misselijk voel, ben ik toch al aan het panikeren dat het gedaan is met Kamiel. Dus dan misschien liever misselijk en gerust zijn. Misschien…
Maandag 10 mei mogen we onze derde nazaat eindelijk nog eens gaan bekijken. Inclusief nekplooimeting en al. Weer een stressmoment. Om de zenuwen onder controle te houden, gaan we voor onze date met de gynaecoloog nog eens gaan shoppen in Gent (baby-, kinder- en zwangerschapskleding, what else), en na den date gaan manlief en ik nog eens op date: etentje en filmpje. Onnodig te zeggen dat ik daar al superhard naar uitkijk. Niet in het minst voor de chipkes of popcorn of snoepjes tijdens de film. Want ondanks de mottigheid is de drang naar snoep, chips en vettige dingen zoals frieten, hamburger groter dan ooit tevoren. En dat terwijl de zin in chocolade verminderd is. Minder.zin.in.chocola. Un-be-lie-va-ble.
Reacties